Onderstaande tekst is geschreven in 2019.

Omdat intussen voorzichtige stappen zijn gezet op de weg naar inclusie (van iedereen) is deze deels niet meer geldend.

 

Toegankelijkheid in Hilversum 2019

 

Inleiding

Op 14 juli 2016 werd het VN-Verdrag voor rechten van personen met een beperking in Nederland van kracht.

Na de ratificatie van dit Verdrag is de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) uitgebreid. De Wet geldt sinds 14 juli ook voor ‘goederen en diensten’.

Dat betekent dat mensen met een beperking nu ook recht hebben op gelijke behandeling in winkels, theaters, restaurants, sportverenigingen, enzovoort. Zij kunnen de eigenaren verzoeken om toegankelijkheid van hun winkel of bedrijf mogelijk te maken.

Op dit moment geldt dit voor individuele personen, maar in een Algemene Maatregel van Bestuur zal worden uitgewerkt hoe aan een amendement uitvoering kan worden gegeven die toegankelijkheid voor iedereen mogelijk moet maken. Ieder(in), netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte, zal daarbij betrokken worden.

 

Algemeen

Voor zelfstandig deelnemen aan de samenleving door mensen met een beperking is nodig dat de samenleving toegankelijk is in al zijn aspecten:

  1. Fysieke toegankelijkheid.
    1. Gebouwen, openbare ruimte, enz.
    2. Raadhuis, enz.
    3. Scholen
    4. Theaters/restaurants
    5. Sportvelden/sporthallen/zwembaden, enz.
    6. Woningen
    7. Natuur/parken
  2. Sociale/mentale toegankelijkheid. Voorbeeld: bejegening van mensen.
  3. Toegankelijke informatie.
    1. Websites
    2. Taalgebruik
  4. Educatie

 

Toegankelijkheid wordt alleen bereikt als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. Bereikbaarheid:       hoe kom je bij een locatie; hoe kom je in contact                                            met mensen; hoe kom je bij informatie
  2. Betreedbaarheid: hoe kom je erin; hoe raak je aan de praat; hoe krijg                                         je informatie in handen.
  3. Bruikbaarheid:         kan het aangebodene gebruikt worden; zijn alle                                             kamers in een gebouw toegankelijk; worden                                              televisieprogramma’s ondertiteld; is er audio
  4. (‘Uitgankelijkheid’: hoe kom je uit een gebouw)

Ongeveer 19 % van de bevolking heeft door enigerlei oorzaak een beperking en daardoor problemen met toegankelijkheid:

  • Rekening houdend met het feit, dat sommige beperkingen in combinatie kunnen voorkomen wonen in Hilversum naar schatting 10000 mensen met een (combinatie van) lichamelijke beperkingen:
    • Ongeveer 8500 zelfstandig wonende mensen met een matige of ernstige lichamelijke beperking,
    • Ongeveer 2600 personen met visuele beperkingen, en
    • 2000 mensen met auditieve beperkingen.
  • Van de bevolking in Hilversum zal net als in de rest van het land ongeveer 4 % een GGZ-achtergrond hebben: dat zijn ongeveer 3400 mensen.

Het is de taak van de gemeente om de voorwaarden te scheppen om de toegankelijkheid van de samenleving te bevorderen. Door de ratificatie van het VN-verdrag ligt hier ook een taak voor ondernemers, winkeliers, enzovoort.

 

Als een instelling of voorziening voor mensen met een beperking toegankelijk is, hebben ook mensen zonder beperkingen daar baat bij, waardoor integrale toegankelijkheid ontstaat. Integrale toegankelijkheid maakt de samenleving open, vriendelijk en gastvrij voor iedereen. Voorbeelden:

  • Een voor rolstoelers makkelijk toegankelijke winkel zal dat ook zijn voor mensen met een kinderwagen.
  • In eenvoudige taal gestelde informatie is beter te begrijpen door alle mensen.
  • Schone lucht is belangrijk voor mensen met astma, maar ook mensen zonder ademhalingsproblemen hebben er baat bij.

Dat een toegankelijke samenleving in Hilversum nog lang niet bereikt is, bleek uit de verhalen in een Zwartboek dat in 2009 door de Wmo-raad van de gemeente Hilversum werd opgesteld als bijlage bij een advies over de bevordering van de toegankelijkheid van Hilversum aan het College van B&W werd gestuurd. (Dit stuk is daar een bewerking van).

 

Het Platform Gehandicapten en Chronisch Zieken, dat in belangrijke mate aan dit Zwartboek heeft bijgedragen, merkt dat er wel verbeteringen zijn bereikt op het punt van toegankelijkheid, maar dat dit nog steeds een moeilijk onderwerp is, dat gemakkelijk vergeten wordt. Dat mag dus niet meer.

Gelukkig wordt het Platform de laatste paar jaar regelmatig betrokken bij nadenken over de toegankelijkheid voor mensen voor met een beperking, maar vaak pas nadat het Platform zelf op (mogelijke) problemen met toegankelijkheid heeft gewezen.

 

Het inzetten van het Platform bij het beoordelen van problemen rond de toegankelijkheid en bruikbaarheid van onder andere winkels en theaters heeft als voordeel, dat de leden van het Platform ervaringsdeskundigen zijn met praktijkervaring. Het geldt ook voor evenementen die buiten georganiseerd worden.

Er zijn twee tijdstippen waarop het Platform gevraagd kan worden te kijken naar toegankelijkheid van een gebouw, ruimte, enzovoort:

  • Bij de start en in de ontwerpfase. Vaak kan bestuderen van tekeningen of praten over een plan bijdragen aan het voorkomen van extra kosten om toegankelijkheid te verbeteren na voltooiing van een plan.
  • Na voltooiing kan door het Platform een schouw worden gehouden, waarbij de toegankelijkheid wordt getoetst.

 

Fysieke toegankelijkheid

Fysieke toegankelijkheid gaat over de toegankelijkheid van de bebouwde omgeving en openbare gebouwen, woningen, straten, pleinen, speeltuinen en dergelijke.

De toenemende vergrijzing en de wens van veel mensen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, stellen eisen aan de fysieke toegankelijkheid van woningen en de woonomgeving. Daarnaast is het belangrijk dat mensen met een beperking (15% van de bevolking) gebruik kunnen maken van de woning, openbare ruimtes en gebouwen.

Ook mensen zonder beperking hebben baat bij een goed ontwerp van woningen, openbare ruimtes en gebouwen. Er kan bijvoorbeeld rekening mee gehouden worden dat ruimtes gemakkelijk heringedeeld kunnen worden (voorbeeld: lichte scheidingswanden in plaats van zware binnenmuren) en dat men steeds bij de leidingen kan in verband met extra benodigde elektriciteit.

Ook is belangrijk dat mensen bij nood een gebouw snel, onbelemmerd en zelfstandig kunnen verlaten. Dit wordt de uitgankelijkheid van een gebouw genoemd. Voor mensen die niet goed kunnen lopen of afhankelijk zijn van een rolstoel horen evacuatiehulpmiddelen aanwezig te zijn. Het personeel moet getraind zijn in het gebruik.

 

Sociale of mentale toegankelijkheid

Naast fysieke toegankelijkheid is sociale toegankelijkheid ook belangrijk. Het heeft alles met respectvolle en vriendelijke bejegening te maken. Voor mensen met GGZ-problematiek is een vriendelijke bejegening zelfs van essentieel belang voor het (blijven) deelnemen aan de samenleving. Mensen met een psychiatrische achtergrond kunnen door een onjuiste bejegening in paniek raken, wat in het ergste geval tot een psychose kan leiden.

 

Toegankelijke informatie

Informatie kan op verschillende manieren worden aangeboden: mondeling en schriftelijk (ook via e-mail of website)

Inhoud en vorm zijn belangrijk om schriftelijke informatie toegankelijk te maken. Dat kan door het gebruik van eenvoudige en duidelijke taal en door te letten op het gebruikte lettertype en de opmaak van website, folders en dergelijke.

 

Voorbeelden van hoe het niet moet.

  • Mensen met psychische problemen durven vaak bepaalde gebouwen niet binnen te gaan. Het formaat of de sfeer van een pand kan mensen soms zo beïnvloeden dat het een belemmering is voor de toegankelijkheid.
  • Bij een bezoek met een rolstoeler aan het winkelcentrum Seinhorst wordt de auto geparkeerd in de parkeergarage op een mooie ruime parkeerplaats voor invaliden. Om uit de parkeergarage te komen blijkt helaas niet mogelijk te zijn via de schuin oplopende loopband. De rolstoel glijdt even hard naar beneden als hij omhoog geduwd wordt. Ook als hij op de rem staat glijdt hij naar beneden. Besloten wordt dan maar via de op- en afrit voor auto’s naar boven te gaan. Het stoepje naast de afrit is te smal: er moet echt op de oprit gelopen worden. En de hellingshoek maakt een en ander tot een zeer zware klus voor de duwer.
  • Vaak staat straatmeubilair op zodanige wijze op de stoep, dat een daartegen geparkeerde fiets een niet te nemen obstakel vormt.
  • Winkels en restaurants zetten vaak uitnodigende reclame voor hun deur: die wordt daardoor onbereikbaar.
  • Daar visuele signalen (naamborden, pijlen, nummers, informatieborden) voor blinden en slechtzienden meestal onzichtbaar/onleesbaar zijn, zijn wisselende situaties zoals in het openbaar vervoer moeilijk.
  • Geldautomaten zijn onderling niet helemaal gelijk: gebruiken niet altijd dezelfde hoeveelheid instructies/vragen en ook niet in dezelfde volgorde, zodat aangeleerde handelingen niet op het juiste moment gebeuren en het proces stopt.
  • De cijfers op het pinplateau zijn niet altijd goed leesbaar (verkeerde lichtinval, weinig contrast).
  • Veel winkels kun je met een scootmobiel of rolstoel wel binnenkomen, maar je komt meestal niet verder dan de ingang: de paden tussen de schappen zijn volgebouwd met pakken, manden enzovoort.
  • Rolstoeltoegankelijke liften kunnen vaak alleen gebruikt worden met hulp van een medewerker van een bedrijf, die de sleutel beheert.
  • Voor rolstoelgebruikers zijn de ‘geulen’ in doorlopende bestrating (Kerkstraat) waar het regenwater door moet worden afgevoerd een crime: de wielen van de rolstoel blijven er in ‘haken’.
  • Op- en afritten van de stoep naar de weg ontbreken vaak. En als ze er zijn staan er vaak auto’s voor geparkeerd.
  • Geldautomaten zijn vaak te hoog geïnstalleerd voor rolstoelers.
  • Rond glascontainers ligt altijd zo veel glas, dat een lekke band voor rolstoelen op de loer ligt.
  • Toiletten die door mensen in rolstoelen/scootmobielen zelfstandig kunnen worden gebruikt ontbreken meestal in restaurants en dergelijke.
  • Een drempel is vaak een onneembare horde voor iemand in een rolstoel, laat staan een trapje. Een ‘ramp’ (=oprit) zou uitkomst kunnen bieden, maar is meestal niet aanwezig.
  • Een verschoningsruimte voor mensen die niet van een toilet gebruik kunnen maken is nergens te vinden. Noodgedwongen zitten deze mensen uren in hetzelfde incontinentiemateriaal. Misschien niet zo erg als je een paar uurtjes gaat winkelen, maar voor een dagje uit erg vervelend.
  • Websites hebben geen afdeling met informatie in gemakkelijke taal. Ook een voorleesfunctie ontbreekt meestal en/of de mogelijkheid letters te vergroten.
  • Liften zijn vaak te klein en niet voorzien van een spraakmodule en of brailleknoppen voor gebruik door blinden.
  • Op veel plaatsen ontbreken automatisch openende deuren.
  • Om te kunnen betalen met een pinpas zou het apparaat op een verlaagd deel van de toonbank of balie moeten staan. Ook kan het pinapparaat ‘mobiel’ zijn (voorzien van een lange draad en niet vastgemaakt op de toonbank).
  • Soms hebben grotere winkels met meer verdiepingen wel een lift, maar deze is vaak te klein.
  • In veel winkels zijn de paden heel smal of er staan in de paden artikelen opgestapeld, zodat een rolstoel of scootmobiel er niet door kan.
  • Slechts een enkele winkel heeft een speciale ruime paskamer voor invaliden. De meeste modewinkels hebben deze niet.

Conclusie

De overheid moet ervoor zorgdragen, dat dat alle burgers kunnen participeren in de samenleving. Het VN-verdrag en daaraan gekoppeld de Wgbh/cz gebiedt dat iedereen zijn best doet mensen met een beperking op dezelfde manier te behandelen als mensen zonder beperking en daartoe maatregelen te nemen. Uit het kleine aantal voorbeelden dat hiervoor is genoemd, blijkt dat een mens met beperking nog veel hindernissen tegen kan komen bij zijn pogingen om actief aan de samenleving deel te nemen.

Voorstellen voor verbetering zijn:

  • Actief beleid bij het inrichten van de openbare ruimte en gebouwen om ervoor te zorgen, dat deze voldoet aan de richtlijnen op dit gebied.
  • Idem voor websites en andere informatieverspreiding.
  • Toepassing van de richtlijnen voor de toegankelijkheid van nog te bouwen gebouwen: geen bouwvergunning wanneer hieraan niet wordt voldaan.
  • Aanpassen van reeds bestaande gebouwen om gebruik door mensen met een beperking mogelijk te maken. Uitzondering hierbij zijn soms (noodgedwongen) monumenten.
  • Training van personeel dat met klanten in contact komt in klantvriendelijkheid en respectvolle bejegening.
  • Samenwerking op bovengenoemde gebieden met ervaringsdeskundigen.

 

Wat is er de laatste jaren gebeurd in Hilversum en wat nu verder?

In de afgelopen jaren heeft de gemeente Hilversum af en toe aandacht besteed aan het verbeteren van toegankelijkheid. Dit gebeurde te hooi en te gras. Een aantal ambtenaren zagen de noodzaak van een toegankelijk dorp in en deden een regelmatig beroep op schouwgroep en Platform.

Door Platform en diverse andere groepen (Oogvereniging, Senver, LFB, zelfstandig opererende personen) werd de gemeente ook regelmatig gewezen op mogelijke verbeteringen. Helaas niet altijd met succes. Een aantal voorbeelden.

  • In 2014 werd het Platform vanuit de gemeente door een ambtenaar benaderd om mee te werken aan een onderzoek naar de BTB van alle openbare gebouwen om deze op te nemen in de Sociale Kaart. Dit initiatief werd niet voortgezet toen bleek dat er nog twee projecten liepen:
  • Het bedrijf Civity had de opdracht een toegankelijkheidsapp of interactieve kaart te ontwikkelen voor Hilversum. Het Platform werd benaderd om hieraan bij te dragen. Project is vroegtijdig beëindigd.
  • In dezelfde periode deed iZovator in opdracht van de gemeente een onderzoek naar de BTB van Hilversum in verband (vooral de openbare ruimte) als voorbereiding op de Floriade in Almere. Het Platform werkte hieraan mee. Een rapport verscheen (en verdween?).
  • In verschillende jaren werd hulp van ervaringsdeskundigen gevraagd tbv toegankelijkheid website van de gemeente (Platform, Wmo-raad, ArSD, en diverse andere personen).
  • Bij uitwerken plannen verbouwing Hilvertshof werd Platform gevraagd om advies.
  • b.v. verbetering BTB Stadskantoor werd om advies gevraagd (Schouwgroep/Platform) Verdeeld over meerdere jaren werden aanpassingen gedaan; helaas ondanks toezeggingen allemaal en niet altijd blijvend.
  • Idem voor verbetering BTB Raadhuis (Platform).
  • Adviezen t.b.v. de berg bij Anna’s Hoeve werden overgenomen.
  • Adviezen over de BTB van de turborotonde Soestdijkerstraatweg/Oostereind.
  • Bij sloop GAK-gebouw werd het Platform dit jaar om advies gevraagd over behoud BTB van het busstation.
  • Advisering BTB Paardenplein/marktterrein.
  • Advisering invalidenparkeerplaatsen WC Kerkelanden en routegeleiding
  • Verbetering doelgroepenvervoer (Wmo-taxi).

 

De lijst is veel langer, maar wat eruit blijkt: er was (en is?) vanuit de gemeente nooit een consistent beleid, zelfs nu niet na de ratificatie van het VN-Verdrag Handicap in 2016.

Het is een belangrijke taak voor de gemeente daarvoor beleid te ontwikkelen. Daarbij moet aan alle aspecten van toegankelijkheid en aan alle groepen van mensen met een beperking aandacht worden besteed. De gemeente kan dit niet alleen aan enthousiaste vrijwilligers en groepjes belangenbehartigers over laten. 

 

Verdere informatie.

www.Platform-gehandicapten-hilversum.nl

http://schouwgroep-toegankelijk-gooienvecht.jouwweb.nl 

www.Iederin.nl

www.allestoegankelijk.nl/nl//Tips-en-Checklists

Handboek voor Toegankelijkheid (Maarten Wijk, BIM Media BV)

Mens en Maat (Maarten Wijk, Ita Luiten, Stili Novi)

ITS = internationale standaard : richtlijnen voor toegankelijkheid/bruikbaarheid gebouwen (PBT-consult)